Vink.

De vink Fringilla coelebs

Deze bekende zangvogel heeft vele namen in nederland boekvink, bokvink, botvink of charlotte.

Lengte ca. 15 cm. Poten bruin.

 

Bij volwassen mannentjes onderzijde wijnrood waarvan de buik wat lichter is.

De kruin en nek  zijn leiblauw en voorhoofd zwart. Rug donkerroodbruin.

De vleugel met twee witte banden. De stuit is groenachtige en Staart is met witte rand.

Volwassen vrouwelijk exemplaar vleugel en staart bruiner; onderzijde lichtgrijsbruin; rug donkerder olijfgroen.

Jong als volwassen vrouwelijk exemplaar .

 

Voedsel

Allerlei zaden, vooral oliehoudende; kiemend zaad, vruchten en bessen, knoppen, insecten.

Tijdens het broedseizoen hoofdzakelijk insekten.

 

Voortplanting

De vink broedt van half april tot juli. Nesten van deze "randbroeder" vindt men op verschillende hoogtes aan de rand van een bos, open plek of weg.

 

Verspreiding en leefgebied

In Nederland algemene broedvogel.